Het probleem
Volgens de mensen die pleiten voor een snorfietsverbod op fietspaden, ervaren fietsers overlast van de veel snellere snorfiets op het fietspad. Er zouden ook veel slachtoffers bij ongevallen te betreuren zijn. Onderzoek toont dat niet echt aan, wel is bekend dat snorfietsers nogal wat eenzijdige ongelukken krijgen. Daarnaast valt ruim 60% van de slachtoffers onder de snorfietsers bij aanrijdingen met een auto. De bromfiets op de rijbaan is dus niet zonder risico’s.
De analyse
Over welke snorfietsers hebben we het eigenlijk? Volgens de wet bestaan er drie soorten fietsen als we de motorfiets niet meetellen. Voor het gemak noem ik die de fiets, de snorfiets en de bromfiets. In juridische zin wordt het onderscheid aangeduid door middel van de aandrijfkracht en de snelheidsbegrenzing. In de praktijk is het verschil vooral merkbaar door de toegestane snelheid.
De fiets wordt aangedreven door menskracht en heeft eventueel “mechanische trapondersteuning” die niet krachtig genoeg is om de fiets aan te drijven zonder dat die menskracht daaraan toegevoegd wordt. Voor de fiets geldt geen maximum snelheid, behalve de maximale snelheid die op straat voor iedereen geldt. Meestal is dat 30 of 50 km/u. De snorfiets kan wel zonder toegevoegde menskracht rijden en mag maximaal 25 km/u terwijl de bromfiets maximaal 45 km/u binnen de bebouwde kom mag rijden (op de weg). De bromfiets speelt in dit issue geen rol omdat deze vooral op de rijbaan rijdt. Nadat Hagenzieker (SWOV, 1992 – 1994) constateerde dat het snelheidsverschil tussen fiets en bromfiets te groot is, is de wet in 1999 aangepast. Terecht, lijkt me.
Het gaat dus om het snelheidsverschil tussen de fiets en de snorfiets. De gemiddelde snelheid van een gewone fiets gaat langzaam in de richting van 20 km/u en de fiets met trapondersteuning doet daar nog een paar kilometertjes bij. Van de snorfiets is bekend dat die een gemiddelde snelheid heeft die enkele kilometers per uur hoger ligt dan de gemiddelde fiets. Dat kunnen we toch met zijn allen geen snelheidsverschil noemen?
Wat wél een probleem is, is dat er snorfietsen zijn die opgevoerd zijn en met gemak vijftig rijden. Uit snelheidsmetingen (Methorst, Schepers, Vermeulen, 2011) blijkt dat ongeveer 40% van de snorfietsers flink te hard rijdt, harder dan 35 km/u. Die moet je aanpakken, alleen doe je dat niet door álle snorfietsen van het fietspad te verdrijven.
De opties
Een elektrische fiets, snorfiets of bromfiets is een duurzaam vervoermiddel. Vooral de hippe E-bikes en speedbikes kunnen rekenen op een toenemende populariteit. Deze vervoermiddelen zijn populair bij klassieke fietsers die met hun nieuwe fiets langere afstanden kunnen afleggen. Automobilisten zien deze fietsen in toenemende mate als goedkopere en snellere vervanger van de auto. Dat is zeker het geval in de stedelijke omgeving. De TU in Eindhoven heeft daar hele goede ervaringen mee. Tenslotte blijft de oudere verkeersdeelnemer langer mobiel dankzij de gemotoriseerde fiets. Zitten daar risico’s aan? Jazeker maar deze gebruikersgroep rijdt niet harder dan de maximum snelheid. Dat is een ander probleem. Wat overblijft is een groep overlastveroorzakers in “de grote stad”. De vraag is of een algemeen verbod het probleem oplost.
We moeten het met zijn alleen zoeken in een goede balans in de klassieke (verkeers-)strategie. In termen van “enforcement” moet de bestaande wet tegen het licht gehouden worden om de nadruk te leggen op maximale snelheid en de plaats op de weg voor de verschillende fietssoorten. Misschien moet er dan ook meteen wat over de bakfiets gezegd worden? Misschien moeten we meteen ook gaan nadenken over de plaats van het LEV (Licht Elektrisch Voertuig)? Uiteraard moeten we ook heel goed gaan nadenken over de manier waarop je de maximum snelheid kunt handhaven op fietspaden. Dat is nog niet zo eenvoudig zonder inzet van al te veel menskracht.
Als we constateren dat er veel meer fietsen bijkomen én dat fietsen breder worden dan moeten we ook eens de discussie aangaan over de breedte van fietspaden. Daar is sinds de jaren zeventig nauwelijks een decimeter bijgekomen. In termen van “engineering” is er nog een wereld te winnen. Maak alle nieuwe fietspaden gewoon standaard een stuk breder. In termen van engineering is er ook een wereld te winnen als het gaat om het beperken van de maximum snelheid van snorfietsen. De opgevoerde snorfiets is de probleemveroorzaker, ruim 20% van de brom- en snorfietsen is opgevoerd (terwijl 40% te hard rijdt!). Het lijkt me dat de oplossing vooral in die hoek gezocht moet worden.
Een derde optie vinden we op het gebied van “education”. Om te beginnen moeten we de discussie eerlijk voeren en niet wijzen naar alle snorfietsers die zich netjes gedragen. Uit snelheidsmetingen blijkt dat 40% flink te hard rijdt terwijl maar 20% van de snorfietsers zijn mobiel heeft opgevoerd. In de metingen zitten dus recidivisten. 80% van de snorfietsers is bereid zich netjes aan de wet te houden. Daar moet de discussie over gaan. Hoe krijgen we die 20% zo ver dat ze niet meer te hard rijden óf overstappen op een bromfiets zodat ze legaal harder mogen rijden?
De oplossing
De oplossing zit hem wat mij betreft in een open communicatie over het exacte probleem. Alleen op die manier kunnen we samen tot een weloverwogen en gedragen oplossing komen. Die oplossing is wat mij betreft een mix van:
- heldere wetgeving
- effectieve handhaving
- meer fysieke ruimte voor alle langzamere fietsers
- stimuleren van het overstappen naar de bromfiets van iedereen die harder wil
- onze houding ten aanzien van lichte voertuigen grondig herzien
Als we serieus willen dat allerlei lichte, motorisch aangedreven voertuigen, waaronder de bromfiets en de snorfiets maar zeker ook de speedbike en allerlei creatieve drie- en vierwielers de mensheid van jong tot oud mobieler maken, dan moeten we ze de ruimte geven, op straat maar zeker in onze fantasie. Als verbannen bij voorbaat de oplossing is, redden we het niet met de mobiliteitstransitie.